Evolutie

AI is niet nieuw. De voorbije decennia wisselden periodes van intense belangstelling en innovaties (AI-zomer) zich af met tijden waarin de aandacht juist sterk afnam en er weinig tot geen nieuwe ontwikkelingen waren (AI-winter).

AI-winters en -zomers

Hoewel AI al een lange geschiedenis kent, leverden de eerste onderzoeken naar AI maar weinig concrete toepassingen op. In 1969 publiceerden Minsky en Papert het boek Perceptrons, waarin ze de gebreken van neurale netwerken blootlegden. De publicatie leidde ertoe dat DARPA, een agentschap van het Amerikaanse ministerie van Defensie dat nieuwe technologieën ontwikkelt, de financiering van AI-projecten stopzette. In 1973 trok ook het Verenigd Koninkrijk de fondsen voor AI-onderzoek in na een kritisch academisch rapport. Die twee gebeurtenissen samen luidden de eerste AI-winter in van 1974 tot 1980, een periode waarin AI-ontwikkelingen bijna volledig tot stilstand kwamen.
Cartoon depicting two robots in a warehouse. One robot expresses a sudden hatred for Mondays, saying, "I'm not sure why but all of a sudden I hate Mondays." The other robot looks on, seemingly puzzled. The comic is titled "When Robots become self-aware," humorously suggesting that robots might develop feelings similar to humans.

In 1980 laaide de belangstelling voor AI weer op met de opkomst van expertsystemen, maar ook dat leidde uiteindelijk tot een nieuwe AI-winter van eind 1980 tot het midden van de jaren ’90. 

Momenteel bevinden we ons in een van de langste periodes van aanhoudende interesse in AI in de geschiedenis. De huidige systemen doen de rekenkracht van het verleden in het niets verdwijnen. Dankzij enorme hoeveelheden trainingsgegevens kunnen AI-modellen veel beter presteren, een voordeel waar de AI-ontwikkelaars van vroeger alleen maar van konden dromen. 

Waar eindigt het voor AI? Krijgen we binnenkort te maken met artificiële algemene intelligentie (artificial general intelligence of AGI) of staan we eerst aan de vooravond van een nieuwe AI-winter?